Welk knaagdier past bij mij?
Geschreven door Tommy |
Voordat u een knaagdier gaat aanschaffen, is het belangrijk om te bedenken of en welk knaagdier bij u past.

Voordat u een knaagdier gaat aanschaffen, is het belangrijk om te bedenken of en welk knaagdier bij u past. Dit hangt af van de hoeveelheid zorg en ruimte dat het dier nodig heeft, of u een dier kiest om te knuffelen of om slechts naar te kijken, of het een groepsdier is of een individueel te houden dier. Het is daarnaast belangrijk om te beseffen dat een aantal knaagdieren er knuffelbaar uitzien, maar dat helaas niet zijn en daardoor ook minder geschikt zijn als huisdier voor kinderen. Sommige knaagdieren zijn redelijk tam, maar zeker niet alle soorten. De levensverwachting van de verschillende knaagdieren loopt sterk uiteen, ook dit is belangrijk om over na te denken. Een chinchilla of cavia wordt vele malen ouder dan een hamster, muis of rat. Het is tevens belangrijk om stil te staan bij eventuele vakanties en wie uw huisdier dan kan verzorgen.
Voornamelijk ratten en cavia’s zijn tamme dieren, die ook opgepakt kunnen worden. Muisachtigen, dwerghamsters en gerbils zijn daarentegen lastig te hanteren en daarmee minder geschikt voor kinderen. Ook chinchilla’s worden liever niet teveel gehanteerd. Voor mensen die niet eerder een knaagdier hebben gehad, zijn een rat of cavia daarom het meest geschikt.
De keuze voor een mannetje of vrouwtje is afhankelijk van de knaagdiersoort die u kiest. Normaal gesproken kunnen vrouwtjes bij elkaar gehouden worden (zeker als ze van jongs af aan samenleven). Meerdere mannetjes samen lukt niet altijd. Zo kunnen mannelijke muizen en gerbils niet goed samenleven. Bij chinchilla’s, cavia’s en ratten kan het eventueel wel wanneer de dieren van jong af aan bij elkaar leven en er geen vrouwtjes in de buurt zijn. Meestal kunnen een mannetje en vrouwtje ook samen gehouden worden, mits het mannetje gecastreerd wordt.
Wanneer u twee volwassen dieren samen wilt zetten, dan moet het contact langzaam en zorgvuldig opgebouwd worden. Zet beide dieren bijvoorbeeld eerst in een apart verblijf, waarbij ze elkaar wel kunnen zien en ruiken. Daarna kunt u ze samen in het verblijf zitten, met een barrière ertussen, zodat ze meer contact kunnen maken maar niet in een gevecht kunnen belanden. Wanneer dit een aantal dagen goed gaat kunt u beide dieren onder toezicht samen zetten.
Verzorging
Vanzelfsprekend heeft elk dier dagelijkse zorg nodig, zoals voeren, voorzien van schoon drinkwater en moet het verblijf regelmatig verschoond worden. De hoeveelheid tijd die u kwijt bent aan de verzorging hangt af van het knaagdier dat u kiest. Een hamster is bijvoorbeeld ‘zindelijk’ en bevuilt slechts een klein stukje van het verblijf. Dit kunt u een rat ook aanleren. Een cavia keutelt echter overal in zijn verblijf en dit kost meer tijd in het verschonen van het hok. (Mannelijke) ratten en muizen kunnen een sterke geur verspreiden en zullen daardoor vaak een verschoning van het hok nodig hebben. De gerbil produceert bijvoorbeeld heel weinig urine en heeft daardoor veel minder vaak een schoon hok nodig.
Leefwijze
Helaas worden de meeste knaagdieren in te kleine verblijven gehuisvest, dat kan leiden tot stereotiep gedrag. Voornamelijk chinchilla’s zijn gevoelig voor een verkeerde huisvesting. Het is dus erg belangrijk om te weten wat een dier nodig heeft. Het is daarbij belangrijk dat het dier zijn natuurlijke gedrag uit kan blijven oefenen.
De meeste knaagdieren zijn groepsdieren. Om in hun behoeftes te voldoen, zullen deze dieren dus met tenminste 1 soortgenoot gehouden moeten worden. Wilt u slechts 1 dier houden, dan zijn de hamster en dikstaartgerbil bijvoorbeeld geschikt.
Inrichting van knaagdierverblijven
Het verblijf dient zo ingericht te worden dat het dier kan voorzien in zijn basisbehoeften. Deze basisbehoeftes zijn slapen, eten en drinken (voedsel zoeken), verstoppen, omgeving onderzoeken (klimmen/graven) en contact met soortgenoten (in geval van groepsdieren).
Aangezien de meeste knaagdieren tevens prooidieren zijn houden ze niet van onoverdekte open ruimtes. Zet bij voorkeur de eet- en drinkbak daarom ook niet midden in het verblijf neer, maar enigszins beschut. Zorg voor voldoende schuilplaatsen in het verblijf.
Hamster graven graag en vinden daarom een verblijf met een dikke bodembedekking (liefst minimaal 15cm) prettig. Ratten, muizen en chinchilla’s zijn echte klimmers en vinden het daarom prettig om meerder etages in hun verblijf te hebben. Cavia’s houden juist niet van klimmen en hebben vooral veel oppervlakte nodig en vinden het daarom prettig om af en toe ook door het huis of de tuin te kunnen lopen. Daarnaast houden hamsters en chinchilla’s hun vacht graag schoon door te baden in zand. Zorg daarom voor een ‘zandbad’ in het verblijf. Chinchilla’s hebben de voorkeur voor zeer fijn zand, speciaal ‘chinchilla-badzand’. Sommige hamsters willen het zandbad nog wel eens als toilet gebruiken. Verschoon het zandbad dus regelmatig of zorg voor twee verschillende ‘badjes’. De gerbil heeft ook graag een zandbad, wat ze gebruiken als toilet.
Een schuilplekje moet het liefst niet doorzichtig zijn, zodat de diertjes zich ook echt terug kunnen trekken. Gerbils hebben graag een huisje met een tunnelachtige ingang. Hamsters willen bijvoorbeeld graag ook plek om hun voedsel in op te slaan, dus een huisje met verschillende ruimtes en het liefst zonder bodem zodat ze ook kunnen graven.